
Categorieën
Dantziger Kantapfel (1758)

Dantziger Kantapfel
Historie:
Een mooie herfstappel die afkomstig is uit Nederland, waarschijnlijk Boskoop, maar veel in Noord Duitsland verspreid en die voor het eerst beschreven is in 1758. De Danziger Kant hoort zowel bij de zo genoemde rozenappels, als bij de kalvilleappels.
Synoniemen: Eerdbeerapfel, Himbeerapfel, Florentinerapfel, Roter Kardinal, Roter Liebesapfel, Schwäbischer Rosenapfel, Großer Roter Herbst-Faros, Bentleber Rosenapfel,
Bendelebener Rosenapfel, Calville de Danzig, Calvilartiger Winter-Rosenapfel, Danziger Kantenappel, Dietrichs Winter-Rosenapfel, Schwabischer Rosenapfel,
Rother Markapfel, Dantziger Kantappel, Dantziker Kantappel, Apfelmuser, Rother Wulstling, Rubiner, Schmutzer, Tiefbutzer, Rother Zwiebelapfel, Winter-Rosenapfel,
Rosenhäger, Rella, Safstaholms röda Winter Rambour, Geddeholms Calville rouge (de laatste 2 namen zijn afkomstig uit Zweden)
Vruchtvlees:
Mooi roomwit vruchtvlees, met groenachtige, soms rooskleurige aderen, fijn, zacht, saprijk, een weinig zuur, echter in ons klimaat niet zelden een beetje onaangenaam van smaak.
Bewaren:
Over het bewaren is bij deze soort niets beschreven. Echter na de pluk in september is deze appel pas vanaf oktober bruikbaar.
Formaat vrucht:
Deze appel is middelgroot. Ongeveer 70 mm breed en 65 mm hoog. Soms ook wat hoger en vaak ook onregelmatig van vorm. Echter met de buik in het midden.
Plukrijp:
De oogst valt eind september
Tijd van gebruik:
Vanaf midden oktober tot eind december.
Gebruik:
Deze appel leent zich goed voor verwerking in gerechten, is echter een tweede of derde rangs tafelappel.