Adersleber Kalvill (1830)

Historie: 

De Adersleber Kalvill – of kortweg de Adersleber -  is een oude cultuurappel die in west en midden Europa verbouwd werd. Zij is ontstaan in het Adersleber klooster in Oscherleben (deelstaat Saksen) door ene Lichtshardt, de toenmalige tuinman van het klooster. De exacte oorsprong is niet bekend, maar verondersteld wordt dat zij een kruising is van de Witte Wintercalville met de Gravensteiner, omstreeks 1830. In 1839 is deze appel geselecteerd voor de boomgaard van het klooster Adersleber en er is ooit zelfs een weg naar deze soort genoemd: de “Adersleber Weg”. 

Synoniemen:

Lichtshardts Apfel Vruchtvlees: Het vruchtvlees is wit van kleur en is vrij stevig van structuur. De smaak is zachtzuur met een aangenaam aroma. Ook na lange bewaartijd houdt deze vrucht zijn aangename smaak.

Bewaren: 

--

Formaat vrucht:

Middelgroot, breder dan hoog, vrij regelmatig gevormd, sterk Calville-achtig. De schil is lichtgroen tot geelgroen, bij rijpheid geel met brons rood aan zonzijde.

Plukrijp: 

De beste oogsttijd is begin september tot midden september.

Gebruikstijd:

November – januari, hoewel deze appel zelfs tot april bewaard kan worden als zij zo laat mogelijk is geplukt en niet op droge grond wordt geteeld. Op andere gronden geteeld en lang bewaard kan zij snel melig worden. 

Gebruik: 

Een zeer goede dessertappel. Echter wanneer zij wordt gekookt verliest zij snel haar smaak.